De Russische Phobos-Grunt ruimtesonde is op zondag 15 januari 2012 opgebrand in de atmosfeer van de Aarde. Het 13,5 ton zware ruimtetuig keerde omstreeks 18u45 Belgische tijd boven de Stille Oceaan terug naar de Aarde waarna enkele niet opgebrande brokstukken neerkwamen in zee. Volgens officiële Russische bronnen zijn de overgebleven brokstukken op ongeveer 1 250 kilometer van het eiland Wellington neergekomen in de Stille Oceaan.
Het Russische ruimtevaartagentschap Roscosmos had eerder al berekend dat maximum dertig onderdelen van de ruimtesonde, goed voor ongeveer 200 kilogram, de terugkeer in de atmosfeer zouden overleven. De terugkeer van Phobos-Grunt werd wereldwijd op de voet gevolgd aangezien er een kans bestond dat brokstukken van het opgebrande ruimtetuig in bewoond gebied zouden terecht komen. De ongerustheid over de terugkeer van Phobos-Grunt was vooral te danken aan het feit dat het ruimtetuig nog een grote voorraad giftige brandstof (hydrazine) en een kleine hoeveelheid radioactief materiaal bij zich had (10 microgram Cobalt-57). Hiermee is de veel besproken Russische Phobos-Grunt missie nu helemaal aan zijn eind gekomen. De 165 miljoen dollar dure Marsverkenner werd op 8 november 2011 met succes in de ruimte gebracht maar strandde kort daarna in een lage baan om de Aarde omwille van technische problemen. Tot op heden is het nog steeds niet geweten wat de oorzaak is geweest van het technische probleem. Indien het ruimtetuig zijn reis naar Mars had kunnen verderzetten, zou deze bodemmonsters van de Marsmaan Phobos in 2014 naar de Aarde hebben proberen terugbrengen. Phobos-Grunt droeg ook de eerste Chinese Marsverkenner Yinghuo-1 met zich mee. Ook dit ruimtetuig brandde mee op in de atmosfeer van de Aarde.