Geschiedenis
Messier 27 werd op 12 juli 1764 ontdekt door de Franse kometenjager Charles Messier die dit deep-sky object opnam in zijn bekende cataloog met komeetachtige objecten. Het was uiteindelijk Sir John Herschel die de vorm van deze planetaire nevel als eerste als een halter omschreef. Messier 27 is de eerste planetaire nevel die ooit waargenomen werd.
Waarnemen
Op de planetaire nevel Messier 27 te vinden, vertrek je het best vanuit het sterrenbeeld Sagitta (Pijl) waarna je Messier 27 ten noorden van de Gamma Sagittae kan terugvinden. In een zoeker van een telescoop of in een binoculair ziet men Messier 27 dan als een diffuus grijs vlekje. Met een binoculair of kleine telescoop ziet men een klein rechthoekje voor een sterrijke achtergrond. Met sterrenkijkers vanaf 10 cm kan men de opvallende haltervorm waarnemen waaraan het object zijn naam dankt. Bij een vergroting van meer dan 130x vult Messier 27 het gehele beeldveld. De centrale ster heeft een magnitude van 13,4 en is daardoor dan ook zeer moeilijk waar te nemen. In onze streken is een 25 à 30 cm telescoop het minimum. Onder uitstekende condities hebben enkele (zeer ervaren) waarnemers de centrale ster waargenomen met een 15 cm refractor. In grote telescopen kan Messier 27 een spoor van kleur tonen.
Gegevens Messier 27
Sterrenbeeld: | Vosje (Vulpecula) |
Andere benaming: | Halternevel |
NGC: | NGC 6853 |
Rechte klimming: | 19u59m36s |
Declinatie: | +22° 43' |
Helderheid: | 7,5 |
Afstand: | 1 250 lichtjaar |
Schijnbare afmeting: | 8,0 x 5,6 boogminuten |
Roodverschuiving: | / |
Foto: Sky & Telescope
Messier 27 gezien door The Liverpool Telescope op La Palma - Foto: Göran Nilsson & The Liverpool Telescope