Geschiedenis
Messier 97 werd op 16 februari 1781 ontdekt door Pierre Méchain. De Franse kometenjager Charles Messier observeerde het object voor het eerst op 24 maart 1781. Beide waarnemers vonden de planetaire nevel een moeilijk waarneembaar object. Lord Rosse observeerde dit deep-sky object met zijn zelfgebouwde 72 inch telescoop en maakte als eerste melding van de twee donkere vlekken, hij lanceerde daarop de naam 'Uilenhoofd'.
Waarnemen
Doordat Messier 97 zich in het sterrenbeeld Grote Beer bevindt, is het object circumpolair. Dit wil zeggen dat het object vanop het noordelijk halfrond het hele jaar door zichtbaar is. Om deze planetaire nevel eenvoudig terug te vinden, vertrekt men best van de ster bèta UMa om daarna anderhalve graad zuid- en 2° oostwaarts te bewegen. Met een 80 mm telescoop toont de planetaire nevel zeer zwak maar deze is zeker al zichtbaar. In kleine en middelgrote telescopen ziet men bij een lage vergroting een egale, ronde nevel ter grootte van de planeet Jupiter. Onder een donkere hemel is het met een middelmatige telescoop reeds mogelijk, bij een hoge vergroting, om de twee donkere vlekken waar te nemen waaraan het object zijn naam dankt. Ook mooi is de samenstand met het spiraalvormig sterrenstelsel Messier 108 dat zich op nauwelijks één graad van de Uilnevel bevindt. Beide objecten zijn bij een lage vergroting zichtbaar in hetzelfde beeldveld.
Gegevens Messier 1
Sterrenbeeld: | Grote Beer (Ursa Major) |
Andere benaming: | Uilnevel |
NGC: | NGC 3587 |
Rechte klimming: | 11u14m47,7s |
Declinatie: | +55° 01' 08.50" |
Helderheid: | 9,9 |
Afstand: | 2 800 lichtjaar |
Schijnbare afmeting: | 6 x 4 boogminuten |
Roodverschuiving: | / |
Foto: Sky & Telescope
De prachtige Uilnevel - Foto: ESO