Een spiraalstelsel kan makkelijk herkend worden aan zijn twee of meerdere spiraalarmen die zich rond een kern bevinden. Toen Edwin Hubble de spiraalstelsels wou bestuderen en classificeren, onderscheidde hij twee groepen binnen: deze objecten de normale spiraalstelsels (S) en de balkspiraalstelsels (SB). Binnen de spiraalvormige sterrenstelsels zitten sterren van alle mogelijke leeftijden. Deze stelsels zijn ook rijk aan gas waardoor sommigen ook wel de 'kraamklinieken' van ons heelal genoemd worden.
Balkspiraalstelsels kunnen eveneens makkelijk herkend worden doordat hun armen ontstaan aan het uiteinde van een heldere balk. Deze stelsels maken ongeveer één derde uit van alle spiraalstelsels. Ons Melkwegstelsel is eveneens een spiraalstelsel en heeft een diameter van ongeveer 10 000 lichtjaar waarin onze zon zich, net als de planeten in ons zonnestelsel, in een baan rondom het centrum van het melkwegstelsel verplaatst. Ze doet er ongeveer 220 miljoen jaar over voor één omwenteling. De spiraalarmen bestaan vooral uit jongere en metaalrijkere sterren dan in het centrum van de stelsels. Op kleurenfoto’s hebben de spiraalarmen vaak een wit- of blauwachtige kleur. Bij sommige spiraalvormige sterrenstelsels is er nog steeds een grote stervorming bezig. In ons eigen Melkwegstelsel bevindt er zich zo een gebied dat we ook wel beter kennen als de Orionnevel. In het centrum van spiraalvormige sterrenstelsels bevindt zich een 'bulge'. Dit is een bolvormige concentratie van sterren die op kleurenfoto’s vaak een wit-gele kleur heeft. In dit centrum bevinden zich sterren die zich in een vergevorderd stadium bevinden. In deze regionen bevindt zich dan ook weinig tot geen nieuwe stervorming. In sommige van deze kernen werden zwarte gaten terug gevonden. Hierdoor weten astronomen dat de sterren in deze kernen oud tot zeer oud moeten zijn.
De balkspiraalstelsels zijn ongetwijfeld één van de mooiste en spectaculairste sterrenstelsels uit het universum. Veel astronomen geloven dat deze ontstaan zijn door onstabiliteit in het centrum van een spiraalvormig sterrenstelsel. Door de zwaartekracht zou zich na verloop van tijd dan een balk vormen in het centrum waarvan de grootte afhangt van de massa van het centrum in het sterrenstelsel maar deze balk zou na verloop van tijd opnieuw verdwijnen.