Als we op een donkere nacht boven ons heen kijken, zien we ongeveer in het centrum van de nachtelijke hemel een band waarin de sterren zeer dicht bij elkaar staan. Deze strook kennen we beter als de 'Melkweg'. Dit is het sterrenstelsel waar wij, de Aarde, deel van uitmaken. Sterrenstelsels zijn dus gebieden met grote verzamelingen van sterren en deze hebben vrijwel allemaal een spiraal-, schijf- of bolvormige structuur.
Edwin Hubble (1889 – 1953) was één van de grootste astronomen uit de geschiedenis. Hij werd niet enkel bekend door zijn Hubble-constante maar hij was ook de man die in 1923 kon bewijzen dat vreemde 'spiraalnevels' eigenlijk sterrenstelsels zijn. Hubble fotografeerde als eerste enkele sterrenstelsels vanop de Mount Wilson sterrenwacht in Californië. Op deze manier kon hij voor het eerst de structuur waarnemen van deze objecten.
Ongeveer 40% van alle sterrenstelsels hebben een elliptische vorm (bolvormig of lensvormig) en beschikken over een zeer heldere kern. In deze elliptische sterrenstelsels bevinden zich vooral oudere sterren omdat er zich te weinig gas in bevindt voor het ontstaan van nieuwe sterren. De helderheid van deze stelsels neemt naar de rand toe meer af. Elliptische sterrenstelsels zijn eveneens de grootste uit ons heelal.
Seyfertsterrenstelsels zijn sterrenstelsels met een uitzonderlijk kleine en heldere kern. Deze kernen hebben een zeer kenmerkend emissiespectrum. Dit is heel vreemd want normaal zou een kern van een sterrenstelsel samengesteld moeten zijn uit het spectrum van alle sterren die er zich in bevinden. In 1943 ontdekte de Amerikaanse astronoom Carl Seyfert dat de oorsprong van deze kenmerkende emissiespectra wellicht aan het gas ligt dat zich in de kern van deze sterrenstelsels bevindt en dat dit gas ook zeer veel energie bezit.
Starburst sterrenstelsels zijn stelsels die een blauwachtige kleur vertonen en opvallend helderder zijn in het infrarode gebied van het spectrum waardoor aangetoond wordt dat er uitzonderlijk veel nieuwe sterren gevormd worden in dergelijke stelsels. In normale sterrenstelsels worden doorgaans ook nieuwe sterren gevormd maar niet zo veel als bij een Starburst stelsel. De oorzaak voor deze grote hoeveelheid nieuwe en jonge sterren zou te wijten zijn aan botsingen tussen verschillende sterrenstelsels.
Een spiraalstelsel kan makkelijk herkend worden aan zijn twee of meerdere spiraalarmen die zich rond een kern bevinden. Toen Edwin Hubble de spiraalstelsels wou bestuderen en classificeren, onderscheidde hij twee groepen binnen: deze objecten de normale spiraalstelsels (S) en de balkspiraalstelsels (SB). Binnen de spiraalvormige sterrenstelsels zitten sterren van alle mogelijke leeftijden. Deze stelsels zijn ook rijk aan gas waardoor sommigen ook wel de 'kraamklinieken' van ons heelal genoemd worden.
Quasars zijn, na gammaflitsen en supernovae, de helderste en verste objecten die we kunnen waarnemen. Dit komt omdat het sterrenstelsels zijn die een zeer heldere kern hebben. Deze stelsels werden gevormd in een periode waarin het universum nog zeer jong was. Ze bevatten een grote hoeveelheid stof, jonge sterren en gas. Dergelijke objecten werden ontdekt doordat ze zeer sterke radiostralen uitzenden.
Ons Melkwegstelsel bevindt zich samen met andere sterrenstelsels in een cluster die men de Lokale Groep noemt. Men is tot deze ontdekking gekomen doordat astronomen erachter kwamen dat bepaalde sterrenstelsels, zoals het Andromeda sterrenstelsel, zich veel dichter bij ons bevinden dan andere stelsels.
Sterrenstelsels bevinden zich niet alleen in het universum maar maken vaak deel uit van een groep die men een cluster heet. In deze clusters bevinden zich ook tal van bolhopen en gaswolken. De clusters zelf maken op hun beurt ook deel uit van reusachtige groepen die men superclusters noemt en die tot de grootste structuren uit het universum behoren.
De term 'radiosterrenstelsels' wordt gegeven aan sterrenstelsels waarin zich twee radiobronnen bevinden die zeer sterk zijn. Alle sterrenstelsels zenden radiostralingen uit. Deze zeer sterke radiobronnen vinden we vooral terug bij elliptische sterrenstelsels doordat deze stelsels in hun kern een zeer sterk massief zwart hebben. De radiobronnen van radiosterrenstelsels kunnen waargenomen worden door radiotelescopen. Dankzij intensieve studies van deze objecten weten we ondertussen dat de stralingsuitbarstingen kortstondig zijn (tussen de 1 000 en 10 000 000 jaar).
Een Amerikaanse Delta raket brengt vanop de Cape Canaveral lanceerbasis de Highly Eccentric Orbit Satellite 1 (HEOS 1) in de ruimte voor onderzoek van magnetsiche velden, de zonnewind en kosmische straling. Deze 108 kilogram zware satelliet werd ontwikkeld door de European Space Research Organisation (ESRO) en werd uitgerust met verschillende wetenschappelijke instrumenten afkomstig uit vijf Europese landen. Foto: NASA
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.