Op deze frappante nieuwe opname van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili steekt een verzameling jonge sterren af tegen een achtergrond van wolken van gloeiend gas en banden van stof. De sterrenhoop zelf, bekend als NGC 3293, was ongeveer tien miljoen jaar geleden ook weinig meer dan een wolk van gas en stof, maar is nu veranderd in een heldere familie van sterren. Sterrenhopen als deze zijn kosmische laboratoria die astronomen in staat stellen om meer te weten te komen over de levensloop van sterren.
De vrij onbekende wolk van gas en stof Gum 15 is de geboorteplaats van hete jonge sterren. Deze prachtige, maar verwoestende sterren tasten het aanzien van hun moedernevel aan… Tot de dood erop volgt.
Waarnemingen met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) hebben voor het eerst inzicht gegeven in de verdeling van het moleculaire gas en stof in de moederstelsels van gammaflitsen – de grootste explosies in het heelal. Verrassend genoeg is daarbij minder gas waargenomen dan verwacht en overeenkomstig meer stof. Dat maakt dat sommige gammaflitsen zich als ‘donkere gammaflitsen’ voordoen. De onderzoeksresultaten verschijnen op 12 juni 2014 in het tijdschrift Nature.
SPHERE – het Spectro-Polarimetric High-contrast Exoplanet REsearch-instrument – is geïnstalleerd op de Very Large Telescope (VLT) van de ESO-sterrenwacht op Paranal in Chili en heeft zijn eerste licht opgevangen. Deze krachtige nieuwe faciliteit voor het opsporen en onderzoeken van exoplaneten maakt gebruik van een combinatie van allerlei geavanceerde technieken. Hij levert spectaculair betere prestaties dan bestaande instrumenten en heeft al bij zijn eerste waarnemingen indrukwekkende beelden gemaakt van stofschijven rond nabije sterren en andere objecten.
Deze kleurrijke nieuwe opname, gemaakt met de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili, toont de sterrenhoop NGC 3590. De sterren steken helder af tegen een een spectaculair landschap van donkere plekken van stof en kleurrijke wolken van gloeiend gas. Deze kleine stellaire samenscholing sterren geeft astronomen aanwijzingen over de manier waarop sterren ontstaan en evolueren, en over de structuur van de spiraalarmen van onze Melkweg.
Magnetars zijn de bizarre supercompacte overblijfselen van supernova-explosies. Ze zijn voor zover bekend de sterkste magneten in het heelal – miljoenen keren sterker dan de sterkste magneten op aarde. Een team van Europese astronomen heeft nu, met behulp van ESO’s Very Large Telescope (VLT), voor het eerst een magnetar met een begeleidende ster ontdekt.
Waarnemingen met ESO’s Very Large Telescope (VLT) hebben, voor het eerst, de rotatiesnelheid van een exoplaneet opgeleverd. Gebleken is dat een dag op Bèta Pictoris b slechts acht uur duurt – veel korter dan de dagen op de planeten van ons zonnestelsel. De evenaar van de planeet beweegt met een snelheid van 100 000 kilometer per uur. Met dit nieuwe resultaat wordt het verband tussen massa en rotatie die in het zonnestelsel wordt gezien uitgebreid tot de exoplaneten.
Astronomen die gebruik maken van ESO’s Very Large Telescope in Chili hebben dit frappante beeld vastgelegd van de planetaire nevel PN A66 33 – beter bekend als Abell 33. De prachtige blauwe ‘zeepbel’, ontstaan toen een oude ster zijn buitenste lagen afstootte, grenst bij toeval aan een voorgrondster. Hierdoor vertonen de twee een opvallende gelijkenis met een diamanten verlovingsring.
Deze nieuwe opname van de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla (Chili) toont twee contrasterende sterrenstelsels: NGC 1316 en zijn kleinere buur NGC 1317. De ruimtelijke afstand tussen deze stelsels is best klein, maar hun geschiedenissen verschillen sterk.
Waarnemingen op tal van locaties in Zuid-Amerika, waaronder de ESO-sterrenwacht op La Silla, hebben geleid tot de verrassende ontdekking dat de verre planetoïde Chariklo is omgeven door twee compacte, smalle ringen. Dit is verreweg het kleinste object in het zonnestelsel waarbij ringen zijn ontdekt en – na de veel grotere planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus – pas het vijfde om de zon draaiende object dat dit kenmerk vertoont. De oorsprong van de ringen is een raadsel, maar mogelijk zijn ze het resultaat van een botsing waarbij een schijf van puin is ontstaan.
De Belgische astronoom Eugène Joseph Delporte ontdekt de planetoïde 1221 Amor. Op het moment van de ontdekking fotografeert Delporte de planetoïde terwijl deze zich op een afstand van 16 miljoen kilometer van de Aarde bevindt. Naar deze planetoïde werd ook de Amor-groep genoemd die bekend staan als zogeheten 'Near-Earth Objects'. Deze groep van planetoïden draait in een baan om de Zon tussen de Aarde en de planeet Mars.
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.