NASA's James Webb Space Telescope heeft de ooit verborgen kenmerken van de protoster in de donkere wolk L1527 onthuld, en daarmee inzicht gegeven in het begin van een nieuwe ster. Deze brandende wolken in het stervormingsgebied van Taurus zijn alleen zichtbaar in infrarood licht, waardoor het een ideaal doelwit is voor Webb's Near-Infrared Camera (NIRCam).
De protoster zelf is onzichtbaar in de "nek" van deze zandlopervorm. Een protoplanetaire schijf is te zien als een donkere lijn in het midden van de hals. Het licht van de protoster lekt boven en onder deze schijf uit en verlicht holtes in het omringende gas en stof.
De meest opvallende kenmerken van het gebied, de blauwe en oranje wolken op dit representatieve infraroodbeeld, schetsen holtes die ontstaan wanneer materiaal wegschiet van de protoster en in botsing komt met omringende materie. De kleuren zelf zijn het gevolg van stoflagen tussen Webb en de wolken. De blauwe gebieden zijn waar het stof het dunst is. Hoe dikker de stoflaag, hoe minder blauw licht kan ontsnappen, waardoor oranje gebieden ontstaan.
Webb onthult ook filamenten van moleculaire waterstof die geschokt zijn doordat de protoster materiaal van zich afwerpt. Schokken en turbulentie verhinderen de vorming van nieuwe sterren, die anders overal in de wolk zouden ontstaan. Het gevolg is dat de protoster de ruimte domineert en een groot deel van het materiaal voor zichzelf opeist.
Ondanks de chaos die L1527 veroorzaakt, is hij slechts ongeveer 100.000 jaar oud - een relatief jong lichaam. Gezien zijn leeftijd en zijn helderheid in ver-infrarood licht, zoals waargenomen door missies zoals de Infrarood Astronomische Satelliet, wordt L1527 beschouwd als een klasse 0-protoster, het vroegste stadium van stervorming. Protostars als deze, die nog gehuld zijn in een donkere wolk van stof en gas, hebben nog een lange weg te gaan voordat zij volwaardige sterren worden. L1527 wekt zijn eigen energie nog niet op door kernfusie van waterstof, een essentieel kenmerk van sterren. Zijn vorm, die meestal bolvormig is, is ook onstabiel: hij heeft de vorm van een kleine, hete en gezwollen klomp gas die tussen 20 en 40% van de massa van onze zon bedraagt.
Naarmate de protoster meer massa vergaart, wordt zijn kern geleidelijk samengeperst en komt hij dichter bij een stabiele kernfusie. Op deze foto is te zien hoe L1527 dat doet. De omringende moleculaire wolk bestaat uit dicht stof en gas dat naar het centrum wordt getrokken, waar de protoster zich bevindt. Terwijl het materiaal naar binnen valt, draait het rond het centrum. Zo ontstaat een dichte schijf van materiaal, een zogenaamde accretieschijf, die de protoster voedt. Naarmate deze meer massa krijgt en verder samendrukt, zal de temperatuur van de kern stijgen en uiteindelijk de drempel bereiken voor kernfusie.
De schijf, op de foto te zien als een donkere band voor de heldere kern, is ongeveer zo groot als ons zonnestelsel. Gezien de dichtheid is het niet ongebruikelijk dat veel van dit materiaal samenklontert - het begin van planeten. Uiteindelijk geeft dit beeld van L1527 een beeld van hoe onze zon en ons zonnestelsel er in hun kindertijd uitzagen.
Bron: NASA