Begin de jaren ’70 werd in het heelal een lange stroom van neutraal waterstofgas ontdekt dat zich vanaf de twee Magelhaense Wolken over een groot deel van het heelal uitstrekte. Astronomen zijn er nu, veertig jaar na de ontdekking, in geslaagd om met behulp van de succesvolle Hubble ruimtetelescoop het raadsel rond deze stroom op te lossen.
De stroom kreeg al gauw de naam ‘Magellaense Stroom’ en is eigenlijk een lang lint van gas dat zich bijna langs de helft van de Melkweg uitstrekt. Al van bij de ontdekking suggereerden sterrenkundigen dat het gas afkomstig moest zijn van één beide dwergsterrenstelsels die zich in de buurt van de Melkweg bevinden. Dankzij de Cosmic Origins Spectrograph (COS) aan boord van de Hubble ruimtetelescoop en waarnemingen verzameld door ESO’s Very Large Telescope (VLT) in Chili weet men nu dat het meeste gas van de Magellaense Stroom ongeveer twee miljard jaar geleden uit de Kleine Magellaense Wolk is weggerukt. Een tweede deel van de stroom is veel recenter uit de Grote Magellaense Wolk is verdwenen. Uit de waarnemingen met de Cosmic Origins Spectrograph, dat de hoeveelheden zware elementen heeft bepaald op zes verschillende plaatsen in de stroom, bleek dat de geringe hoeveelheid zuurstof en zwavel in het grootste deel van de stroom overeen komt met de vermoedelijke samenstelling van de Kleine Magellaense Wolk twee miljard jaar geleden. Dichter bij beide wolken trof men meer zuurstof en zwavel aan wat dan weer gelijkenissen vertoond met de huidige samenstelling van de Grote Magellaense Wolk. Terwijl de meeste andere dwergsterrenstelsels in de buurt van ons sterrenstelsel, de Melkweg, het meeste van hun gas al hebben verloren, hebben de twee Magellaense Wolken hun gas beter kunnen vasthouden doordat ze zwaarder zijn. In de twee Magellaense Wolken worden ook nog steeds nieuwe sterren gevormd. Beide stelsels naderen met regelmatig de Melkweg en het gas in de stelsels ondervindt dan druk door de zwaartekracht van ons eigen sterrenstelsel. Het gas dat uit de Magellaense Wolken verdwijnt, zal op termijn toch terug neerdalen op de Melkweg waar het zal bijdragen aan de vorming van nieuwe sterren.
De twee Magellaense Wolken zijn satellietstelsels van ons eigen sterrenstelsel, de Melkweg, en staan allebei aan de zuidelijke sterrenhemel. De Grote Magelhaense Wolk staat in het sterrenbeeld Goudvis (Dorado) en bevindt zich op een afstand van ongeveer 170 000 lichtjaar. De Kleine Magelhaense Wolk is in het sterrenbeeld Toekan (Tucana) waar te nemen en bevindt zich op een afstand van ongeveer 190 000 lichtjaar.