Als het 's nachts helder is, kunnen we aan de hemel tientallen en soms wel honderden lichtpuntjes zien. Deze lichtpuntjes noemen we 'sterren' en bevinden zich allemaal heel ver van onze planeet, de aarde, op verschillende afstanden. Elke ster is een héél grote, gloeiende gasbol. Doordat deze extreem heet is, geeft een ster ook licht en warmte. Binnenin deze gloeiende gasbollen bevinden zich verschillende gassen maar de meeste sterren bestaan uit waterstof. Aan de kleur van de sterren kan men ook zien hoe heet ze zijn. De ster die het dichtst bij onze planeet staat, is de zon. Dus eigenlijk zijn ook alle andere sterren die we kunnen zien zonnen. Net als mensen worden ook sterren geboren en sterven ze na een lange tijd.
De diameter van sterren kent een enorme variatie. Zo bestaan er sterren die een diameter hebben vrijwel zo groot als de planeet Jupiter en andere sterren kunnen dan weer een diameter hebben van miljarden kilometers. Ook in de de massa van sterren zit veel verschil. Zo bestaan er lichte sterren en zware sterren die 150 maal of meer de massa hebben van onze ster, de zon. De dichtste ster tot de aarde is Proxima Centauri, leer er hier alles over!
Hoeveel sterren zijn er?
Dit is een vraag waarop astronomen heel moeilijk een antwoord kunnen geven omdat er ontelbaar veel sterren zijn. In ons sterrenstelsel alleen al, de Melkweg, zijn er naar schatting al ongeveer 500 miljard sterren. Als we dan weten dat er nog honderden en zelf duizenden andere sterrenstelsels bestaan in het heelal is een exact cijfer onmogelijk te bepalen. Wetenschappers maken vaak de vergelijking dat er meer sterren zijn in het heelal dan alle zandkorrels op aarde.