De eerste waarneming van een gamma-ray burst werd per ongeluk gedaan in de jaren ‘60 door de Vela satellieten van het Amerikaanse leger, die waren bedoeld om in de gaten te houden of de toenmalige Sovjet-Unie geen kernproeven in de ruimte deed, bijvoorbeeld achter de Maan. In plaats daarvan werden stralingspieken gemeten die niet vanuit de buurt van de Aarde konden komen. In 1973 concludeerden astronomen dat er sprake was van een nieuw fenomeen, maar tot 1991 kon men slechts raden naar de oorsprong ervan. In april van dat jaar werd met de space-shuttle Atlantis het Compton gamma-ray Observatory gelanceerd, een satelliet met aan boord het Bursts and Transient Source Experiment (BATSE). Uit de BATSE bleek meteen dat de verdeling van de gamma-ray bursts niet samenhing met ons Melkwegstelsel, noch met nabije sterrenstelsels of clusters van sterren.
Een groot probleem bij het vinden van een verklaring voor GRB’s is hun grote verscheidenheid. Sommige duren maar 30 milliseconden, terwijl de langsten bijna 2 uur duurden. Sommigen stralen met horten en stoten en anderen hebben weer een glad profiel. Het grootste deel van de energie van de fotonen ligt tussen de 100 000 en een miljoen electron-volt, wat betekent dat de bron bijzonder heet moet zijn (de, voornamelijk optische, elektronen die van de zon afkomen hebben maar een energie van een paar electron-volt).
De enige kandidaten die eigenlijk in aanmerking komen om zo’n hoeveelheid energie op te wekken, zijn asymmetrische, relativistische super- of hypernovae of op elkaar botsende dubbelster systemen, zoals neutronenster - neutronenster of neutronenster- zwart gat systemen.
Als onze ogen geschikt waren om gammastraling te zien, zouden we ongeveer twee keer per dag bijna verblind worden door een heldere flits, helderder dan enige andere bron aan de hemel. In deze uitbarstingen van gammastraling, die door astronomen 'gamma-ray bursts' (GRB's) worden genoemd, wordt in een aantal minuten meer energie uitgestraald dan de Zon in haar hele levensloop van tien miljard jaar zal doen.
Het Amerikaanse ruimteveer Challenger (STS-51-L) spat 73 seconden na de start van de lancering uit elkaar als gevolg van een brandstoflek in de rechterstuwraket. Zeven astronauten, waaronder de lerares Christa McAuliffe komen hierbij om het leven. Voor de Verenigde Staten, en de rest van de wereld die de lancering rechtstreeks volgden, was dit een grote ramp. De officiële onderzoekscommissie die na de ramp door toenmalig president Ronald Reagan werd ingesteld, concludeerde dat de waterstof en zuurstof, aan boord van de externe brandstoftank, in een grote wolk weliswaar zeer snel verbrandden, maar dat van explosieve verbranding geen sprake was. Het ruimteveer Challenger bevond zich midden in het inferno van de verbrandende brandstoffen en werd uiteindelijk uit elkaar gerukt. Foto: NASA
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.