Met de schijngestalten van de Maan bedoelen we de verschillende gedaanten die onze Maan aanneemt, gezien vanop de Aarde. Iedereen kent ongetwijfeld volle maan maar zo bestaat er ook een nieuwe maan en wassende maan. In dit artikel gaan we dieper in op deze schijngestalten of fasen.
Hoe ontstaan de schijngestalten?
De Maan is net als de Aarde een groot ‘rotsblok’ en produceert zelf geen licht. De enige reden waarom we op Aarde de Maan dus kunnen zien is omdat deze licht afkomstig van de Zon reflecteert. Aangezien de Zon op grote afstand van de Aarde en de Maan staat, beschijnt onze ster slechts één kant van deze twee hemellichamen. De andere kant is donker en kennen we op Aarde als ‘nacht’. Naar gelang hoe de Maan ten opzichte van onze planeet en de Zon aan de hemel staat, zien we dus een groter of kleiner deel van de verlichte kant van onze trouwe buur. Vanop Aarde zien we steeds dezelfde helft van de Maan doordat de omlooptijd van de Maan gelijk is aan de duur van een omwenteling van de Aarde om haar as. De twee meest extreme gevallen schijngestalten van de Maan zijn 'volle maan' en 'nieuwe maan'. De periode die zich tussen een volle maan en een nieuwe maan bevindt, noemen we een 'sydonische maand'. Deze periode duurt gemiddeld ongeveer 29,5 dagen en begint steeds opnieuw bij nieuwe maan. De periode waarin de Maan één omwenteling aflegt rond de Aarde noemen sterrenkundigen dan weer een 'siderische maand' en duurt 27,3 dagen. Tussen een volle maan en een nieuwe maan bevinden zich twee perioden van 'halve maan'.
De schijngestalten of fasen van de Maan - Foto: NASA / Space.com
Volle maan
Wanneer we vanop Aarde vanuit dezelfde richting naar de Maan kijken als vanwaar het zonlicht komt, kijken we tegen een volledig verlichte zijde van de Maan. Dit noemen we ‘volle maan’. Dit is ongetwijfeld de meest bekende fase of schijngestalte van onze trouwe buur. Bij volle maan is de Maan zo goed als volmaakt rond en maximaal verlicht waardoor dit niet meteen het beste moment is om astronomische waarnemingen uit te voeren. Doordat het licht van de Maan op dat moment te fel is, overtreft dit het licht van de sterren. Ook de Maan zelf is op dat moment niet goed waar te nemen aangezien er geen schaduwen te zien zijn waardoor kraters en bergketens moeilijk te herkennen zijn. Maansverduisteringen kunnen ook enkel bij een volle maan voorkomen. Een volle maan heeft ook een grote invloed op onze planeet en haar leven. Zo ontstaat er rond de periode van volle maan springtij aangezien getijdenbewegingen op dat moment worden versterkt. Doordat het weerkaatste zonlicht bij volle maan op Aarde terechtkomt, zijn de nachten ook minder donker. Wetenschappelijke onderzoeken hebben al meermaals aangetoond dat dit ‘maanlicht’ een invloed heeft op planten en dieren.
Nieuwe maan
Als de Maan precies tussen de Aarde en de Zon staat, zien we vanop onze planeet enkel de schaduwkant van de Maan. De Maan is op dat moment vanop Aarde met het blote oog niet zichtbaar. Deze fase of schijngestalte noemen we ‘nieuwe maan’ en is steeds het begin van een sydonische maand. Nieuwe Maan is bij amateur-sterrenkundigen vooral een geliefde fase aangezien Zonsverduisteringen enkel optreden tijdens Nieuwe Maan. Een heel mooi fenomeen dat optreedt rond de periode van nieuwe maan is het zogeheten ‘asgrauwe licht’ van de Maan. Dit is het zonlicht dat door de Aarde wordt weerkaatst naar de Maan en vervolgens terugvalt op onze planeet. Dit licht is het best waarneembaar drie tot vier dagen voor en na een nieuwe maan. Doordat er bij nieuwe maan geen storend maanlicht is, is dit dus de beste periode om meteoren, planeten, sterrenstelsels en nevels waar te nemen.
Eerste kwartier en laatste kwartier
Ruim een week na nieuwe maan zien we het zogeheten ‘eerste kwartier’. Voor iemand die op dat moment op het noordelijk halfrond naar de Maan kijkt, is de Maan enkel langs de rechterkant verlicht. Dit is eenvoudig te onthouden door langs de rechter kant van de schaduw de Maan een denkbeeldige stok te trekken, zodat een letter ‘p’ (van het Franse woord ‘premier’) wordt gevormd. Het eerste kwartier is een fase of schijngestalte waarbij de Maan rond het middaguur opkomt en hoog boven de horizon staat eenmaal de Zon is ondergegaan. Deze periode is voor amateur-sterrenkundigen dan ook gunstig voor het waarnemen van deep-sky objecten. Het ‘laatste kwartier’ is de fase of schijngestalte van de Maan die ongeveer 22 dagen na nieuwe maan optreedt. De Maan komt tijdens het laatste kwartier op omstreeks middernacht en verdwijnt onder de horizon omstreeks het middaguur. Doordat de Maan zich nog onder de horizon bevindt wanneer de Zon ondergaat, is dit voor amateur-sterrenkundigen een goed moment om met een binoculair of telescoop waarnemingen te verrichten. Een waarnemer op het noordelijk halfrond ziet bij een laatste kwartier enkel de linker helft van de Maan.
Wassende maan en afnemende maan
Een minder gekende fase of schijngestalte van de Maan is de ‘wassende maan’. Dit fenomeen is de gedaante van de Maan twee weken na nieuwe maan. Het woord ‘wassen’ betekent in deze context ‘toenemen’ en verwijst naar de Maan waarvan het oppervlak steeds meer verlicht wordt. Aangezien wassende maan meteen begint na nieuwe maan kunnen we in deze periode ook een fijne maansikkel zien ontstaan. De kleine maansikkel is overdag zeer moeilijk te zien en is het best zichtbaar aan de westelijke hemel wanneer de Zon ondergaat of voor zonsopkomst aan de oostelijke hemel. De ‘afnemende maan’ is de fase van de Maan die we vanop Aarde zien twee weken lang na volle maan. Er wordt in deze periode steeds minder van het Maanoppervlak belicht waardoor deze ‘afneemt’.
Supermaan
Een fenomeen dat de laatste jaren steeds vaker in de media komt, is de zogeheten ‘supermaan’. Dit is niet echt een schijngestalte of fase maar is het perigeum van de Maan ten opzichte van de Aarde, ook wel ‘perigeummaan’ genoemd. Op dit moment is de afstand tussen de Aarde en de Maan dus het kleinst. Doordat de Maan in een licht elliptische baan om onze planeet draait, varieert de kortste afstand tussen beiden van 356 000 kilometer tot 370 000 kilometer. De grootste afstand tussen de Aarde en de Maan varieert dan weer van 404 000 tot 407 000 kilometer. Uiteindelijk bedraagt het verschil tussen de kleinste en grootste afstand maximaal 14% wat in de praktijk wil zeggen dat het verschil nauwelijks met het blote oog zichtbaar is. Ook het extra licht dat een supermaan bij zijn kortste afstand veroorzaakt, is nauwelijks merkbaar. Ondanks sommige berichtgevingen en complotheorieën van doemdenkers veroorzaakt een supermaan helemaal geen aardbevingen of andere natuurrampen op Aarde. Het enige effect dat een supermaan heeft op onze planeet is op de getijden. Zo is er een maximaal verschil van slechts enkele centimeters.