Het boek 'William Parsons, 3rd Earl of Rosse Astronomy and the Castle in Nineteenth-century Ireland' onthult de wetenschappelijke prestaties en het gezinsleven van William Parsons (1800-1867), de derde graaf van Rosse, op het domein van Birr Castle, County Offaly, in het 19de-eeuwse Ierland. William Parsons was een opmerkelijke ingenieur met een passie voor astronomie, die tijdens en na de verwoestende hongersnood van de jaren 1840, indrukwekkende telesopen bouwde in het bewolkte binnenland van Ierland.
In 1822 studeerde William Parsons af, met grote onderscheiding in wiskunde, aan Magdalen College van de Universiteit van Oxford. In april 1836 trouwde hij met Mary Field en samen kregen ze dertien kinderen. In 1840, na de erfenis van het graafschap, werd hij de derde graaf op Birr Castle in Offaly county in het hartje van Ierland.
Lord Rosse speelde een belangrijke rol in sociale en politieke functies in een Ierland beheerd door de protestantse Ascendancy. Hij was een gepassioneerd amateur-astronoom en na het bouwen van een 0,90 m reflector, slaagden hij en zijn team smidsen erin om een metalen spiegel te produceren uit een legering van koper en tin. Medio 1842 was deze 1,83 m “metalen” spiegel klaar om te worden ingebouwd in een 16,5 m lange telescoopbuis. De “Leviathan of Parsonstown” verkreeg first light op 15 februari 1845 maar verwierf bekendheid door de waarnemingen van M51 (draaikolknevel) en M99 die voor het eerst details toonden in de structuur van spiraalvormige sterrenstelsels.
William Parsons bleef zich inzetten voor de Britse Vereniging voor de Bevordering van Wetenschap (BAAS) en stimuleerde de activiteiten van de Royal Society, waarvan hij voorzitter was tussen 1848 en 1854. Vanaf 1848 hield hij drie decennia lang zeer gedetailleerde waarneemverslagen bij en gedurende deze periode werd hij bijgestaan door diverse astromen zoals de Duitser Otto Boeddicker (1853-1937) en de Deen John Louis Emil Dreyer (1852-1926). Deze laatste begon in 1888 aan het opstellen van de New General Catalog of Nebulae, Cluster en Stars (NGC deepsky objecten). In 1852, na de bijeenkomst van de British Association for the Advancement of Science, kreeg Parsons echtgenote, Mary Field Rosse, interesse in fotografie en de telescopen waren geliefkoosde onderwerpen voor haar lens. Het boek is dan ook mooi geïllustreerd met haar unieke foto’s en artistieke impressies uit die tijd.
Na het overlijden van William Parsons, zette zijn zoon Laurence Parsons (1840-1908) de waarnemingen verder. Echter in 1908 diende de reflector te worden ontmanteld en tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de originele spiegels aan musea geschonken. De “monster” telescoop verdween in de vergetelheid totdat wijlen Sir Patrick Moore (1923-2012) er in 1968, voor de honderdste verjaardag van het overlijden van William Parsons, een aflevering van het TV-programma “The Sky At Night” aan opdraagt. In 1971 verscheen Patrick Moore’s boek “The Astronomy of Birr Castle”,waardoor amateur-astronomen een vernieuwde interesse kregen in de grote reflector uit 1845.
In juni 1994 begon Michael Tubridy, een gepensioneerd ingenieur, aan de reconstructie van de “Leviathan of Parsonstown” en in september 1996 werd de 16,5 m lange telescoop tube volledig gerestaureerd. De reflector kreeg ook een nieuwe aluminium spiegel en de 12 ton zware gerestaureerde telescoop werd op 29 april 1997 officieel ingehuldigd. Ondanks het feit dat het hartje van Ierland jaarlijks slechts een zestigtal heldere nachten telt, is Birr Castle een trekpleister geworden voor amateur-astronomen met een passie voor deepsky en astrogeschiedenis.
De cover van het boek toont het bekende schilderij van Henrietta Crompton, waarop het kasteel, de 0,90 m reflector in houten montering en de bakstenen montering voor de 1,83 m reflector staan afgebeeld. Rechts onderaan begeleidt Lord Rosse een zestal personen die een hoofdspiegel naar de houten spiegelcel brengen onderin de verticaal staande telescoopbuis. De aangename, niet-technische tekst van dit schitterende boek brengt het binnen het bereik van een wijd publiek aangezien geen wetenschappelijke of astronomische voorkennis is vereist. Het boek sluit af met een bibliografie en uitgebreide index.