Ariane 6, het nieuwe lanceersysteem voor zware vrachten dat door het Europese ruimtevaartagentschap ESA wordt ontwikkeld, zal reeds in het vierde kwartaal van 2023 zijn eerste vlucht maken. Directeur-generaal Josef Aschbacher vertelde de media op 19 oktober in het Bertrand-hoofdkwartier van ESA in Parijs dat de afgelopen maanden voldoende vooruitgang is geboekt om een eerste vlucht in het vierde kwartaal van 2023 te verwachten, mits vóór april volgend jaar drie belangrijke mijlpalen worden bereikt.
Aschbacher werd vergezeld door Daniel Neuenschwander, directeur ruimtevaart van ESA, en de hoofden van ESA's Ariane 6 partners: André-Hubert Roussel, chief executive van ArianeGroup, de industriële hoofdaannemer van het lanceersysteem; Stéphane Israël, chief executive van Arianespace, de leverancier van lanceerdiensten; en Philippe Baptiste, chief executive van CNES, de Franse ruimtevaartorganisatie die de Europese ruimtehaven in Frans Guyana beheert en verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en exploitatie van de Ariane 6-lanceerbasis. Aschbacher verklaarde dat de recente vooruitgang het mogelijk heeft gemaakt een eerste lancering van de Ariane 6 te plannen in het laatste kwartaal van 2023 - maar, benadrukte hij: "Met een project van deze omvang moet het duidelijk zijn dat dit een geplande datum is en het programma zal nog steeds de succesvolle en tijdige verwezenlijking van een aantal belangrijke mijlpalen moeten maken om deze planning geldig te houden."
In het bijzonder, zei hij, moeten drie kritieke mijlpalen worden bereikt tegen het eerste kwartaal van 2023. Een daarvan is de succesvolle voltooiing van de testcampagne voor de bovenste trap, die eerder deze maand is begonnen in het testcentrum voor motoren en trappen van het Duitse lucht- en ruimtevaartagentschap DLR in Lampoldshausen. Een tweede kritieke mijlpaal is het begin van de tests van de kernfase van de Ariane 6 met de Vulcain 2.1-motor op het lanceerplatform in Frans Guyana. De tests van de Vulcain 2.1 maken deel uit van de zogenaamde gecombineerde testcampagne om de raket en het lanceerplatform als één systeem te valideren. Die campagne vordert nu, aangezien eerder deze maand een volledig testmodel van de Ariane 6 op het lanceerplatform is gestapeld.
Tot slot, zei Aschbacher, hangt dit inaugurele lanceerplan af van de start van de evaluatie van het lanceersysteem, eveneens in het eerste kwartaal van 2023. Hij concludeerde: "Wat hier op het spel staat is Europese onafhankelijke toegang tot de ruimte. We zijn allemaal vastbesloten om zo snel mogelijk naar het lanceerplatform te gaan."
André-Hubert Roussel, chief executive van ArianeGroup, benadrukte de recente mijlpalen in de ontwikkeling van Ariane 6 op de testbank in Lampoldshausen en in de assemblagegebouwen en op het lanceerplatform in Frans Guyana. In Frans Guyana is een testmodel van de Ariane 6 volledig gestapeld, waaruit blijkt dat de mechanische interfaces tussen raket en lanceerplatform goed werken. Het volgende doel is hetzelfde te demonstreren voor de elektrische en vloeistofverbindingen, en ervoor te zorgen dat de grondinfrastructuur en de draagraket goed communiceren tot het moment van lancering. Hij voegde eraan toe dat het programma op 13 juli 2022 een "uiterst belangrijke gebeurtenis" markeerde met de geslaagde inaugurele vlucht van ESA's Vega-C draagraket, waarvan de eerste trap met vaste brandstof P120C een dubbele taak vervult en ook dienst doet als strap-on boosters voor Ariane 6 - waarbij twee of vier eenheden kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de missievereisten. Roussel zei verder dat de Europese toeleveringsketen van ArianeGroup de productie voor regelmatige Ariane 6-vluchten al aan het opvoeren is. Het eerste vluchtmodel van de Ariane 6 zal eind dit jaar of begin 2023 naar Frans Guyana worden verscheept. Faciliteiten in Les Mureaux (Frankrijk), Bremen (Duitsland) en op de ruimtehaven werken al aan vluchtmodellen 2 en 3, en voor de volgende vluchten zijn onderdelen met een lange levertijd besteld.
CNES chief executive Philippe Baptiste gaf zijn visie vanaf de grond in Frans Guyana. Hij merkte op dat de Ariane 6-lanceerinstallatie de achtste is die door CNES wordt ontworpen, en dat de grondinfrastructuur een belangrijke rol zal spelen bij het beperken van de kosten en de tijd van een Ariane 6-lanceercampagne. Op de ruimtehaven, zo voegde hij eraan toe, wordt het "groene effect" van de lancering van de Ariane 6 verzacht door een zonnepark en een installatie voor de opwekking van biomassa. Er wordt ook een groene waterstoffabriek ontwikkeld voor de lancering. Stéphane Israël, chief executive van Arianespace, benadrukte de flexibiliteit van de Ariane 6- en Vega-C-systemen: "Beide zijn perfect aanpasbaar aan institutionele en commerciële behoeften." De komende Ariane 6 "Block II" versie - met een hoofdtrap met verbeterde prestaties en vergrote "P120C+" boosters, die ook op Vega-C zullen worden gebruikt - zal de prestaties tot in een lage omloopbaan met ongeveer 20% verhogen, voegde hij eraan toe.
Ondertussen, zei Israël, zijn er momenteel 29 Ariane 6's in bestelling: "Het is een zeer sterke orderportefeuille voor een draagraket die nog niet gevlogen heeft." De orders voor de Ariane 6, voegde hij eraan toe, zijn een teken dat de vraag naar deze Europese draagraketten samen met de wereldwijde lanceermarkt groeit. Op termijn, zei hij, kan er een zakelijke reden zijn om de frequentie van de Ariane 6 lanceringen te verhogen. Daniel Neuenschwander, directeur ruimtevaart van ESA, zei dat met Vega-C in de lucht en Ariane 6 in aantocht, "de nieuwe familie van Europese draagraketten klaar is om volledig te worden ingezet". De eerste vlucht van Vega-C leverde "zeer goede" technische gegevens op. Alle vier de motoren presteerden goed om de lading nauwkeurig te injecteren. De raket, zei hij, kan worden overgedragen aan Arianespace voor commerciële exploitatie; een plan voor vier lanceringen in 2023 betekent een "steile ramp-up".
Vervolgens vatte Neuenschwander de voorstellen van ESA voor de ministeriële top CM22, die in november in Parijs wordt gehouden, samen. Tot de prioriteiten behoren de overgang naar volledige exploitatie van Ariane 6 en Vega-C en de ontwikkeling van Ariane 6 Block II. Ook de ontwikkeling van het beter presterende Vega-E-model is een prioriteit. Hogere prestaties, zei hij, betekenen meer flexibiliteit in het huidige marktsegment. Verder benadrukte Neuenschwander de noodzaak om verder te werken aan "technology disruptors". Deze omvatten werkzaamheden aan het concept van de herbruikbare boosterfase Themis en een herbruikbare tweede trap: "We zullen laten zien dat we technisch in staat zijn dit in Europa te doen."
Neuenschwander voegde eraan toe dat de ESA voornemens is haar Boost! programma voort te zetten, dat de opkomende Europese particuliere sector op het gebied van ruimtetransport ondersteunt. En, zei hij, de ESA zal werken aan de ontwikkeling van een Europese capaciteit voor bemand ruimtetransport, met als doel "de voorbereiding van een geïnformeerd besluit in 2023".
Bron: ESA
