De Verenigde Staten hebben op zondag 22 april 2013 voor het eerst een nieuwe Antares raket gelanceerd. Voor de fabrikant van deze nieuwe raket, Orbital Sciences Corporation, is deze geslaagde lancering een mijlpaal aangezien het bedrijf in de nabije toekomst het internationale ruimtestation ISS wil bevoorraden.
De gloednieuwe draagraket vertrok om 23u00 Belgische tijd Mid-Atlantic Regional Spaceport (MARS) in de Amerikaanse staat Virginia. Deze lancering had normaal al enkele dagen eerder moeten plaatsvinden maar werd omwille van technische problemen en slecht weer uitgesteld. Aan boord van de Antares bevond zich een zogenaamde 'mass simulator' waarmee de fabrikant, Orbital Sciences Corporation (OSC), wou testen of de raket probleemloos een vracht kon in de ruimte brengen. Tien minuten na de start van de lancering werd de 3,7 ton zware vracht probleemloos uitgezet in een lage baan om de Aarde. De nieuwe Antares raket werd de afgelopen jaren ontwikkeld om het bijhorende Cygnus bevoorradingstuig in de ruimte brengen. Het onbemande Cygnus ruimtetuig werd ontworpen en gebouwd door het Amerikaanse ruimtevaartbedrijf Orbital Sciences Corporation (OSC) met als doel het internationale ruimtestation ISS te bevoorraden. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA liet in februari 2008, in het kader van Commercial Orbital Transportation Services (COTS) programma, weten dat het Orbital Sciences Corporation en zijn Cygnus ruimtetuig had geselecteerd als tweede commerciële bevoorrader voor het ISS-ruimtestation. De andere commerciële partner in het bevoorraden van het ISS is het Amerikaanse bedrijf SpaceX met zijn Dragon ruimtetuig. In het Commercial Resupply Services (CRS) contract dat NASA afsloot met Orbital Sciences Corporation staat dat het bedrijf twintig ton aan vracht moeten leveren naar het ISS tijdens acht Cygnus-missies.
Om het Cygnus bevoorradingstuig in de toekomst in de ruimte te brengen, doet men dus beroep op een gloednieuwe draagraket. De veertig meter lange ‘Antares’ raket behoort tot de groep van de ‘Medium-Class Launch Vehicles’ en werd eveneens door Orbital Sciences Corporation ontwikkeld. Deze raket kan vrachten tot vijf ton in een lage baan om de Aarde brengen. Elke Antares raket bestaat uit twee trappen waarvan de onderste voorzien werd van twee op vloeibare brandstof werkende Russische NK-33 raketmotoren. Deze motoren zouden oorspronkelijk in de jaren ’60 gebruikt worden voor de Russische N1 Maanraket maar een deel werd in de jaren ’90 verkocht aan het Amerikaanse propulsiebedrijf Aerojet. Alles samen kocht Aerojet 36 motoren voor een prijskaartje van 1,1 miljoen dollar per stuk en pastte deze vervolgens aan aan de Amerikaanse normen en eisen. Aangezien Orbital Sciences Corporation weinig of geen ervaring heeft met het ontwikkelen van een rakettrap die werkt op vloeibare brandstof vroeg het Amerikaanse bedrijf technische hulp van het Oekraïense ruimtevaartbedrijf Yuzhnoye Design Bureau. Dit bedrijf bouwt ondermeer de Zenit raketten en hielp Orbital Sciences Corporation bij het ontwerp en de bouw van de onderste Antares rakettrap. Opvallend genoeg hebben zowel de Antares raket alsook de Zenit raketten een diameter van 3,9 meter. De tweede trap van de Antares raket beschikt over een Castor 30 raketmotor die gebouwd wordt door ATK. Deze rakettrap maakt gebruik van een vaste brandstof. De tweede rakettrap moet het Cygnus ruimtetuig uiteindelijk tot in de juiste baan om de Aarde brengen. In tegenstelling tot andere Amerikaanse draagraketten en ruimtetuigen zal de Antares niet gelanceerd worden vanop de Cape Canaveral of Vandenberg lanceerbasissen. De thuisbasis van de Antares is de Mid-Atlantic Regional Spaceport (MARS) in de Amerikaanse staat Virginia. Dit lanceercomplex bevindt zich op de terreinen van NASA’s Wallops Flight Facility en beschikt over twee lanceerplatformen met bijhorende infrastructuur. Orbital Sciences Corporation lanceerde in het verleden ook al haar Minotaur raketten vanop de Mid-Atlantic Regional Spaceport.
De nieuwe Antares raket staat klaar om gelanceerd te worden - Foto: Stephen Clark