Het internationale ruimtestation ISS, dat permanent bemand wordt door minstens drie ruimtevaarders, lijkt het slachtoffer te worden van de Oekraïnecrisis. Zo liet de Russische vicepremier Dmitri Rogozin weten dat Rusland zich na 2020 terugtrekt uit het ISS. Volgens Rogozin wil zijn land zich toeleggen op andere ruimtevaartprojecten. Velen zien deze bekendmaking echter als een politieke vergelding van Rusland tegen het Westen naar aanleiding van de crisis in de Oekraïne.
Tot voor kort leek het er op dat ruimtevaart gespaard zou blijven van het ijskoude politieke klimaat tussen Rusland en het Westen. Helaas staan de zaken er nu anders voor doordat er de laatste dagen enkele opmerkelijke uitspraken en beslissingen de wereld werden ingestuurd. Rusland is na de Verenigde Staten de grootste partner in het internationale ruimtestation programma. Dat Rusland zich na 2020 wil terugtrekken uit het ISS is voor de overige ISS-partners, de Verenigde Staten, Europa, Japan en Canada, een ernstig probleem. Eerder lieten de Verenigde Staten en Europa al weten dat ze het ISS willen operationeel houden tot 2024. Zo weet Rusland maar al te goed dat het ISS niet kan voortbestaan zonder Russische steun aangezien Rusland vandaag de dag, en wellicht ook nog de volgende jaren, het enige land is dat ruimtevaarders naar en van het internationale ruimtestation kan brengen. Sinds het stopzetten van het Amerikaanse Space Shuttle programma zijn de Russische Sojoez ruimtetuigen het enige middel om de mens in de ruimte te brengen. Daarnaast bevoorraadt Rusland ook verschillende malen per jaar het ISS met onbemande Progress ruimtetuigen en kan het Russische segment van het ruimtestation onafhankelijk bestaan terwijl de overige segmenten en modules dit niet kunnen.
Rusland liet ook weten dat het land geen RD-180 raketmotoren meer zal leveren aan de Verenigde Staten indien deze in de toekomst gebruikt worden in opdracht van het Amerikaanse Pentagon. De RD-180 raketmotoren worden door het Amerikaanse lanceerbedrijf United Launch Alliance (ULA) aangekocht bij het Russische bedrijf NPO Energomash voor de Atlas 5 draagraketten. Deze raketten brengen jaarlijks verschillende Amerikaanse gouvernementele en militaire satellieten in de ruimte waaronder ook spionagesatellieten die Rusland in de gaten houden. Momenteel bevinden zich zestien RD-180 raketmotoren in de Verenigde Staten en zijn er plannen voor een nieuwe levering later dit jaar. Indien er geen nieuwe levering komt, kunnen er nog twee jaar lang Atlas 5 raketten worden gelanceerd.
Het is niet de eerste keer dat de Russische vicepremier Dmitri Rogozin uithaalt naar het Westen op vlak van ruimtevaart. Toen de Verenigde Staten vorige maand de sancties tegen Rusland uitbreidde, schreef de vicepremier op Twitter: “Ik stel voor dat Amerika zijn astronauten met een trampoline naar het ISS brengt." Deze opmerkelijke tweet ging de wereld rond en toonde pijnlijk aan dat de Verenigde Staten vandaag de dag 100% afhankelijk zijn van Rusland op vlak van bemande ruimtevaart. Door deze tweet gaan in de Verenigde Staten ook steeds meer stemmen op om niet meer te bezuinigen op vlak van bemande ruimtevaart zodat het land weldra opnieuw kan beschikken over een eigen bemand ruimtetuig. De uitspraken van Rogozin en het Russische ruimtevaartagentschap zijn ongetwijfeld een boodschap aan het adres van Washington en Europa tegen de economische sancties die werden ondernomen tegen Rusland in het kader van de Oekraïnecrisis. Ondertussen blijft het internationale ruimtestation verder functioneren en vertrekt er binnen enkele weken al een nieuwe internationale crew richting ISS.