Deze nieuwe foto van NGC 2264, ook wel bekend als de "Kerstboomcluster", toont de vorm van een kosmische boom met de gloed van stellaire lichtjes. NGC 2264 is in feite een cluster van jonge sterren, met leeftijden tussen ongeveer één en vijf miljoen jaar oud, in onze Melkweg, ongeveer 2500 lichtjaar van de aarde verwijderd. De sterren in NGC 2264 zijn zowel kleiner als groter dan de zon, variërend van sterren met minder dan een tiende van de massa van de zon tot sterren met een massa van ongeveer zeven zonnen.
Deze nieuwe compositiefoto versterkt de gelijkenis met een kerstboom door kleur- en rotatiekeuzes. De blauwe en witte lichtjes (die knipperen in de geanimeerde versie van deze afbeelding) zijn jonge sterren die röntgenstraling afgeven, gedetecteerd door NASA's Chandra X-ray Observatory. Optische gegevens van de WIYN 0,9-meter telescoop van de National Science Foundation op Kitt Peak tonen gas in de nevel in het groen, wat overeenkomt met de "dennennaalden" van de boom, en infraroodgegevens van de Two Micron All Sky Survey tonen voor- en achtergrondsterren in het wit. Deze afbeelding is ongeveer 160 graden met de klok mee gedraaid ten opzichte van de standaard van de astronoom, waarbij het noorden naar boven wijst, zodat het lijkt alsof de top van de boom naar de top van de afbeelding wijst.
Jonge sterren, zoals die in NGC 2264, zijn vluchtig en ondergaan sterke vlammen in röntgenstraling en andere soorten variaties die te zien zijn in verschillende soorten licht. De gecoördineerde, knipperende variaties in deze animatie zijn echter kunstmatig om de locaties van de sterren in röntgenstraling te benadrukken en de gelijkenis van dit object met een kerstboom te benadrukken. In werkelijkheid zijn de variaties van de sterren niet gesynchroniseerd.
De variaties die door Chandra en andere telescopen worden waargenomen, worden veroorzaakt door verschillende processen. Sommige daarvan hebben te maken met activiteit waarbij magnetische velden betrokken zijn, waaronder vlammen zoals bij de zon, maar dan veel krachtiger, en hete plekken en donkere gebieden op het oppervlak van de sterren die in en uit beeld gaan als de sterren draaien. Er kunnen ook veranderingen optreden in de dikte van het gas dat de sterren aan het zicht onttrekt en in de hoeveelheid materiaal die nog op de sterren valt vanuit schijven van omringend gas.
Het Marshall Space Flight Center van de NASA beheert het Chandra-programma. Het Chandra X-ray Center van het Smithsonian Astrophysical Observatory beheert de wetenschappelijke activiteiten vanuit Cambridge, Massachusetts, en de vluchtactiviteiten vanuit Burlington, Massachusetts.
Foto: X-ray: NASA/CXC/SAO; Optical: T.A. Rector (NRAO/AUI/NSF and NOIRLab/NSF/AURA) and B.A. Wolpa (NOIRLab/NSF/AURA);
Infrared: NASA/NSF/IPAC/CalTech/Univ. of Massachusetts; Image Processing: NASA/CXC/SAO/L. Frattare & J.Major
Bron: NASA