De Maan is de enige natuurlijke satelliet van de Aarde en het meest nabije hemelobject dat we goed kunnen waarnemen. De Maan kan op diverse manieren waargenomen worden, zowel met binoculairen, kleine telescopen tot grote telescopen. Voor de meeste mensen is de Maan het enige hemelobject waarvan men enige oppervlaktedetails kan zien met het blote oog. In dit artikel gaan we dieper in over het waarnemen van de Maan.
Het optimale waarnemingstijdstip voor de Maan
Sommige mensen denken dat men de Maan het best waar te nemen is bij Volle Maan. Dit klopt echter niet! Het zonlicht komt bij Volle Maan op het maanoppervlak en wordt recht naar ons weerkaatst zodat we veel minder oppervlaktedetails kunnen waarnemen. Tijdens het eerste kwartier, laatste kwartier, wassende of afnemende Maan wordt er minder oppervlakte belicht, gezien vanaf de Aarde, en wordt er ook minder licht recht naar ons gereflecteerd zodat we veel meer details kunnen waarnemen. De meeste details zal men ook kunnen waarnemen tijdens deze fasen en dit voornamelijk aan de scheidingslijn tussen de dag en nachtzijde op de Maan. Deze details zijn dan meestal de indrukwekkende kraters met schaduwen, bergen en nog veel meer.
Waarnemen met het blote oog
De Maan kan altijd waargenomen worden met het blote oog al is het toch veel beter te bekijken door optische instrumenten zoals een telescoop of een binoculair. Het eerste wat zal opvallen als je met het blote oog kijkt zijn de Maria of zeeën, dit zijn grote basaltische vlaktes welke de vorm hebben van 'de man in de Maan'. Er zijn nog enkele figuren te herkennen (zie het artikel met bezienswaardigheden in deze categorie) zoals de vrouw op de Maan en het konijn in de Maan. De zeeën bedekken zo'n 35% van het oppervlak. Het contrast tussen de minder reflecterende donkergrijze zeeën en het meer reflecterende grijs/witte gebergte is goed zichtbaar zonder optische instrumenten te gebruiken. Bij goede waarneemcondities zal je ook grote kraters (met eventueel stralenstelsels) zien zoals Tycho.
Een ander interessant fenomeen dat we kunnen zien is de Aardschijn of asgrauwe licht. Deze is het best zichtbaar kort voor of kort na nieuwe Maan (tijdens de afnemende en wassende fases). De Aardschijn is de lichte gloed op het niet verlichte gedeelte van de Maan (nachtzijde) en wordt veroorzaakt door zonlicht dat weerkaatst wordt op de Aarde en dat door de reflectie op de nachtzijde van de Maan valt. Wanneer de Maan het eerste kwartier bereikt, is het verlichte gedeelte al te fel geworden om dit nog te kunnen zien met het blote oog maar het kan nog gezien worden met een telescoop.
Waarnemen met een binoculair
Binoculairen worden veel gebruikt bij beginnende waarnemers. Sommige waarnemers verkiezen voor het waarnemen van de Maan de binoculair boven de telescoop door het groter beeldveld. Door hun draagbaarheid is het dan ook het eenvoudigste toestel om de Maan mee te observeren. Het enige nadeel aan de binoculairen is dat ze niet erg stabiel kunnen gehouden worden. Daarom wordt dan ook aangeraden om gebruik te maken van een statief. Er bestaan ook beeldstabiliserende binoculairen maar de kostprijs van deze toestellen is hoog.
Waarnemen met een telescoop
Voor sommigen is het veel leuker om met een telescoop de Maan waar te nemen aangezien we op die manier nog meer kunnen zien en de kraters ook van dichtbij kunnen bekijken. Zelfs kleine telescopen kunnen al meer tonen dan wat we zien met het blote oog of kleine binoculairen. Hoe meer diameter de telescoopspiegel (bij reflectortelescopen) of lens (bij refractortelescopen) heeft, hoe meer details er kunnen gezien worden. Bij grote amateurtelescopen kunnen zaken gezien worden tot een grootte van ongeveer 1 kilometer diameter, afhankelijk van de condities van de atmosfeer.
Veel waarnemers gebruiken dan ook diverse filters om meer contrast te kunnen zien van bepaalde zaken. Eenvoudige maanfilters kunnen de hoeveelheid licht van de Maan dat het oog bereikt, verminderen met een factor van 60 tot 95%. Dit komt dan vooral van pas bij het waarnemen van een volle maan zodat het oppervlak niet te fel is doorheen de telescoop.
Occultatie
Een occultatie is een astronomische gebeurtenis waarbij een hemelobject verborgen wordt door een ander object met een ander, dichter, object (met grotere diameter) veroorzaakt door de passage van het dichtere object direct tussen het verdere object en de waarnemer. Occultaties zijn ook beter gekend als planeet- en sterbedekkingen. Aangezien de Maan een grote diameter heeft, komen deze bedekkingen of occultaties vrij vaak voor. Aangezien het soms ook om heldere sterren of planeten gaat, is het dan ook zichtbaar met het blote oog. De Maan bedekt haast constant sterren maar velen daarvan zijn zwakke sterren en zijn ook moeilijk waar te nemen met telescopen.
Bedekking van Saturnus door de Maan.
Ondanks dit bedekt de Maan ook ook de helderdere sterren en zelfs planeten. Dit komt doordat de Maan zich nabij de ecliptica bevindt. Vier sterren van de eerste magnitude worden vaak bedekt aangezien ze zich ook vrij dicht bij de ecliptica bevinden. Deze sterren zijn Regulus, Spica, Antares en Aldebaran. Er zijn ook twee sterrenhopen die hiervoor in aanmerking komen en zichtbaar zijn met het blote oog: de Bijenkorfcluster en de Plejaden (afhankelijk van de locatie van de waarnemer op Aarde). Elk jaar zijn er verschillende bedekkingen die je kan zien met het blote oog maar er zijn er nog veel meer waar te nemen met een telescoop.