Op 30 juni 1908 vond boven Siberië, boven de Toengoeska regio, een gigantische explosie plaats die wellicht werd veroorzaakt door de ontploffing van een meteoriet op ongeveer acht kilometer hoogte. Indien deze explosie zich had voorgedaan boven een dichtbevolkt gebied had het aantal slachtoffers in de vele duizenden gelopen.
Deze gebeurtenis staat ook bekend als de ‘Toengoeska-explosie’ of ‘Grote Siberische Explosie’ en zorgt vandaag de dag nog steeds voor disccusies over wat er toen exact is gebeurd. De explosie vond plaats boven nagenoeg onbewoond gebied waardoor er weinig getuigen waren die konden vertellen wat er toen precies is gebeurd. Volgens enkele ooggetuigen dook er in de lucht een vuurbal op waarna deze explodeerde. Dit ging gepaard met een gigantisch luide knal. Als gevolg van de explosie braken bomen tot in een omtrek van 30 tot 40 kilometer af aan de basis van de stam en werden mensen en dieren weggeblazen. Een oude rendierhouder, die zich op ongeveer 30 kilometer van de plaats van de explosie bevond, werd door de kracht van de explosie twaalf meter hoog in een boom geslingerd waarna hij overleed aan zijn verwondingen. Afgezien van de rendierherder is er tot op heden niets bekend over andere dodelijke slachtoffers.
Geen inslagkrater
Doordat deze explosie plaatsvond boven een zeer afgelegen gebied duurde het pas tot 1927 eer een eerste wetenschappelijke onderzoeksexpeditie het hypocentrum bereikte. De onderzoekers stuitte destijds op een zeer bizarre situatie aangezien men geen inslagkrater vond. Het enige wat de onderzoekers te zien kregen, was een meer dan 2 100 groot gebied waar vrijwel alle bomen tegen de grond lagen. Zo zouden er door deze explosie meer dan 80 miljoen bomen zijn afgebroken. Later concludeerde men dat er wellicht een meteoriet op een bepaalde hoogte boven het Toengoeska gebied uit elkaar moet zijn gespat waardoor er nergens een grote inslagkrater werd veroorzaakt. Deze meteoriet zou een diameter hebben gehad van enkele tientallen meters (60 tot 190 meter). Naarmate meer wetenschappers deze gebeurtenis bestudeerden en computers meer nauwkeurige berekeningen konden maken, kwam men tot de vaststelling dat deze explosie een kracht moet hebben gehad die duizend maal krachtiger was dan de atoombom op Hiroshima in Japan. De schokgolf, als gevolg van de explosie, zou een aardbeving hebben veroorzaakt met een krachtvan 5.0 op de schaal van Richter. Een dergelijke explosie boven een bewoond gebied zou vele duizenden slachtoffers eisen en grote steden kunnen verwoesten. Doordat er nooit een inslagkrater werd gevonden, is de Toengoeska-explosie ook vaak het slachtoffer geweest van alternatieve en vaak fantasierijke verklaringen. Zo werd deze gebeurtenis in het verleden door sommigen gezien als het resultaat van een microscopisch zwart gat, de landing van een buitenaards ruimteschip of een experiment met een geheim wapen.
Planetoïde of komeet?
Doorheen de jaren zijn er al tal van theorieën en mogelijke verklaringen opgedoken over wat nu juist de Toengoeska-explosie heeft veroorzaakt. De Britse astronoom F.J.W. Whipple suggereerde in 1930 als eerste dat deze gigantische explosie zou kunnen veroorzaakt zijn door een kleine komeet of een fragment van een komeet. Deze hypothese werd ook door andere wetenschappers aangenomen aangezien de datum van de explosie in verband staat met de Tauriden meteorenzwerm die wordt veroorzaakt door de komeet van Encke. Ook het feit dat het in de nachten na de Toengoeska-explosie in West-Europa zeer licht was, versterkt de theorie van de komeet. Dat het zeer licht was ’s nachts wijst namelijk op de aanwezigheid van stof in de zeer hoge atmosfeer van de Aarde dat wordt beschenen door de Zon die toen nog diep onder de oostelijke horizon stond. Dit stof zou afkomstig zijn geweest van de staart van een komeet. Maar ook een planetoïde zou volgens sommigen de oorzaak kunnen geweest zijn van de bekende Toengoeska-explosie. Zo onderzochten Italiaanse wetenschappers in de jaren ’90 hars uit bomen die zich in de getroffen regio bevonden. In dit hars trof men materiaal aan dat ook wordt teruggevonden in steenachtige planetoïden. Aangezien het object, dat deze explosie heeft veroorzaakt, uit de richting van de planetoïdengordel kwam, is dit voor sommigen dan ook een bewijs dat het object een planetoïde moet zijn geweest.
Ontdekkingen
Italiaanse onderzoekers ontdekten in juni 2007 een klein, komvormig meer (Chekomeer) op ongeveer acht kilometer ten noordwesten van het hypocentrum. Sommige wetenschappers vermoeden dan ook dat dit meer werd gevormd door de inslag van een fragment van dezelfde meteoriet die de Toengoeska-explosie veroorzaakte. In mei 2013 liet een onderzoeker van het Geologisch Museum van de Russische Academie voor Wetenschappen weten dat hij enkele stenen had gevonden nabij het hypocentrum die van de ‘Toengoeska –meteoriet’ zouden afkomstig zijn. De stenen zouden sporen van een smeltproces vertonen en inkepingen die zijn ontstaan tijdens de gloeiend hete duik van de meteoriet in de atmosfeer van de Aarde. Ondanks het feit dat deze explosie lang geleden plaatsvond boven een afgelegen gebied spreekt deze vandaag de dag nog steeds tot de verbeelding.